Quick Dutch Lesson 7: Using “Er is / Er zijn”

26-07-2025

Talking about existence in Dutch is simple once you know the rule: er is for singular, er zijn for plural.

Examples:
There is a book → Er is een boek
There are two chairs → Er zijn twee stoelen
There is a cat on the chair → Er is een kat op de stoel
There are three apples → Er zijn drie appels

Mini Exercise – Your Turn!
Translate into Dutch:

  1. There is a table

  2. There are five pencils

  3. There is a dog inside

Answers:

|
|
|
|
|
|
|
V

  1. Er is een tafel

  2. Er zijn vijf pennen

  3. Er is een hond binnen

Well done! Once you master er is / er zijn, talking about objects, people, or animals becomes effortless.

© 2019 YourDutchCoach | Alle rechten voorbehouden.
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website.