6.2
LESSON 6.2 - RIDING A BIKE
Fietsen
L: Ga je met de fiets naar je werk?
R: Ja, bijna elke dag. Het is maar twintig minuten.
L: Dat is lekker dichtbij. Fiets je door de stad?
R: Nee, ik neem liever het fietspad langs het kanaal. Dat is rustiger.
L: Slim. Dan heb je minder last van verkeer.
R: Precies. En het is veel mooier met al die bomen.
L: Rijd je ook in de regen?
R: Soms wel. Dan doe ik mijn regenpak aan.
L: Heb je een elektrische fiets?
R: Nee, gewoon een gewone fiets. Goed voor de conditie!
L: Mijn fiets is laatst gestolen. Zo vervelend.
R: Wat balen! Heb je al een nieuwe gekocht?
L: Ja, een tweedehands. Hij fietst prima.
R: Fiets je ook voor je plezier?
L: Ja, in het weekend maak ik graag tochten door de natuur.
R: Leuk! Misschien kunnen we samen een keer fietsen.
L: Goed idee! Ken je de route naar de heuvels?
R: Ja, die is prachtig en niet te zwaar.
L: Dan neem ik een picknick mee.
R: Heerlijk. Dan stoppen we onderweg voor lunch.
L: Ik kijk ernaar uit.
R: Ik ook. Fietsen is de beste manier om te ontspannen.
L: En goed voor het milieu!
R: Precies. En je voelt je er fit door.
Riding a bike
L: Do you go to work by bike?
R: Yes, almost every day. It's only twenty minutes.
L: That's nice and close. Do you cycle through the city?
R: No, I prefer the bike path along the canal. It's quieter.
L: Smart. Then you're less bothered by traffic.
R: Exactly. And it's much nicer with all the trees.
L: Do you ride in the rain too?
R: Sometimes. Then I wear my rain suit.
L: Do you have an ebike?
R: No, just a regular bike. Good for fitness!
L: My bike was stolen recently. So annoying.
R: That's awful! Have you bought a new one?
L: Yes, a secondhand one. It rides fine.
R: Do you also cycle for fun?
L: Yes, I enjoy weekend tours through nature.
R: Nice! Maybe we can ride together sometime.
L: Good idea! Do you know the route to the hills?
R: Yes, it's beautiful and not too difficult.
L: Then I'll bring a picnic.
R: Lovely. We'll stop for lunch on the way.
L: I'm looking forward to it.
R: Me too. Biking is the best way to relax.
L: And good for the environment!
R: Exactly. And it keeps you fit.
Phrases
Always lock your bike.
Zet je fiets altijd op slot.
Do you go by bike?
Ga je met de fiets?
Only twenty minutes.
Slechts twintig minuten.
I cycle along the canal.
Ik fiets langs het kanaal.
It's quieter there.
Het is daar rustiger.
There's less traffic.
Er is minder verkeer.
I wear my rain suit.
Ik draag mijn regenpak.
I don't have an electric
bike.
Ik heb geen elektrische fiets.
A regular bike is healthy.
Een gewone fiets is gezond.
My bike was stolen.
Mijn fiets is gestolen.
I bought a secondhand bike.
Ik heb een tweedehands fiets gekocht.
I cycle at the weekend.
Ik fiets in het weekend.
Let's ride together.
Laten we samen fietsen.
I know a nice route.
Ik ken een mooie route.
We can take a picnic.
We kunnen een picknick meenemen.
Let's stop for lunch.
Laten wij stoppen voor de lunch.
Biking is relaxing.
Fietsen is ontspannend.
It's good for the
environment.
Het is goed voor het milieu.
Cycling makes you feel fit.
Van fietsen voel je je fit.
It's a great way to explore.
Het is een leuke manier om te ontdekken.
You see more than by car.
Je ziet meer dan met de auto.
I enjoy cycling a lot.
Ik geniet erg van fietsen.
Watch out for traffic.
Let op het verkeer.
Pump up your tires before you
go.
Pomp je banden op voordat je vertrekt.
Don't forget your bike
lights.
Vergeet je fietslichten niet.
The wind is against us.
Wij hebben tegenwind.
Let's take the cycle path.
Laten we het fietspad nemen.
I love feeling the fresh air.
Ik houd van de frisse lucht.
Watch out for slippery roads.
Pas op voor gladde wegen.
My chain came off.
Mijn ketting is eraf gegaan.
Shall we stop for a drink?
Zullen wij stoppen voor een drankje?
I need to adjust the saddle.
Ik moet het zadel verstellen.
We're almost at our
destination.
We zijn bijna op onze bestemming.