6.1

17-07-2025

CHAPTER 6

LESSON 6.1 - GOING FOR A WALK

Een wandeling maken

M: Zullen we een stukje gaan wandelen?

T: Goed idee! Waar wil je naartoe?

M: Misschien naar het park. Het is daar altijd rustig.

T: Ja, en de bomen geven veel schaduw. Perfect voor een warme dag.

M: Neem jij de hond mee?

T: Natuurlijk. Die wordt al blij als ik zijn riem pak.

M: Moeten we water meenemen?

T: Ja, voor ons en voor de hond. En misschien wat fruit?

M: Lekker! Ik heb nog appels en bananen.

T: Zullen we via het bos lopen of langs de rivier?

M: Langs de rivier. Dan kunnen we onderweg even zitten op een bankje.

T: Prima. Dan neem ik ook een kleedje mee, voor als we op het gras willen zitten.

M: Goed plan. Hoe laat vertrekken we?

T: Over een kwartier? Dan kunnen we op tijd terug zijn voor het eten.

M: Perfect. Ik trek mijn wandelschoenen alvast aan.

T: Ik ook. En ik pak de rugzak in.

M: Vergeet de zonnebrand niet!

T: Nee hoor. En ook niet de poepzakjes voor de hond.

M: Ha! Inderdaad. Tot zo!

T: Tot zo!

Going for a walk

M: Shall we go for a walk?

T: Good idea! Where do you want to go?

M: Maybe to the park. It's always quiet there.

T: Yes, and the trees give a lot of shade. Perfect for a warm day.

M: Are you taking the dog?

T: Of course. He already gets excited when I grab his leash.

M: Should we bring water?

T: Yes, for us and for the dog. And maybe some fruit?

M: Delicious! I still have apples and bananas.

T: Shall we walk through the forest or along the river?

M: Along the river. Then we can sit on a bench along the way.

T: Great. I'll also bring a blanket, in case we want to sit on the grass.

M: Good idea. What time shall we leave?

T: In fifteen minutes? Then we'll be back in time for dinner.

M: Perfect. I'll put on my walking shoes.

T: Me too. And I'll pack the backpack.

M: Don't forget the sunscreen!

T: I won't. And also not the poop bags for the dog.

M: Ha! Indeed. See you in a bit!

T: See you!

Phrases

Let's go for a walk.
Laten wij een wandeling maken.

Where are we going?
Waar gaan we naartoe?

To the park or the forest?
Naar het park of het bos?

It is quiet there.
Het is daar rustig.

In fifteen minutes.

Over een kwartier.

Don't forget the dog leash.
Vergeet de hondenriem niet.

Shall we bring some water?
Zullen we wat water meenemen?

I have some fruit at home.
Ik heb thuis wat fruit.

Let's sit on a bench.
Laten we op een bankje zitten.

The trees give nice shade.
De bomen geven fijne schaduw.

We can also sit on the grass.
We kunnen ook op het gras zitten.

Do you have sunscreen?
Heb je zonnebrand?

I'll put on my walking shoes.
Ik trek mijn wandelschoenen aan.

Take the backpack with you.
Neem de rugzak mee.

Let's leave in fifteen minutes.
Laten we over een kwartier vertrekken.

The dog is very excited.
De hond is heel enthousiast.

It's nice weather to walk.
Het is lekker weer om te wandelen.

Shall we bring a blanket?
Zullen we een kleedje meenemen?

We will be back in time.
Wij zijn op tijd terug.

He gets happy when I take the leash.
Hij wordt blij als ik de riem pak.

See you in a bit!
Tot zo!

I like to walk in nature.
Ik wandel graag in de natuur.

Do you want a strawberry?
Wil je een aardbei?

The sun is shining.
De zon schijnt.

This bench has a nice view.
Dit bankje heeft een mooi uitzicht.

I hear the birds singing.
Ik hoor de vogels zingen.

Let's walk a bit further.
Laten we nog een stukje lopen.

We're almost at the park.
We zijn bijna in het park.

This is so relaxing.
Dit is zo ontspannend.

Can you take a photo of us?
Kun je een foto van ons maken?

Let's walk in the shade.
Laten we in de schaduw lopen.

Watch out for cyclists.
Kijk uit voor fietsers.

Do you hear that bird?
Hoor je die vogel?

I'm glad we went outside.
Ik ben blij dat we naar buiten zijn gegaan.

© 2019 YourDutchCoach | Alle rechten voorbehouden.
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website.