CHAPTER 3

LESSON 3.1 - CAN I HAVE YOUR NUMBER?

Mag ik je nummer?

H: Hoi, ik ben Helena. Wat is jouw naam?

D: Hoi, ik ben Daan. Leuk je te ontmoeten.

H: Jij ook! Werk je hier in dit gebouw?

D: Ja, ik werk op de vierde verdieping. En jij?

H: Ik ook! Wat grappig. Misschien kunnen we een keer samen lunchen.

D: Goed idee. Zullen we telefoonnummers uitwisselen?

H: Ja, dat is handig. Mijn nummer is 06-12345678.

D: Even kijken… 06-12345678. Heb je mijn nummer ook nodig?

H: Ja, graag.

D: Mijn nummer is 06-87654321.

H: Top, ik stuur je straks even een berichtje.

D: Leuk. Dan spreken we iets af voor volgende week.

H: Is goed. Ik moet nu weer aan het werk. Spreek je snel!

D: Ja, tot snel!

D: Met Daan spreek je.

H: Hoi Daan, met Heléna.

D: Hoi Heléna, wat leuk dat je belt!

H: Heb je morgen pauze rond twaalf uur?

D: Ja, meestal wel. Dan kunnen we dan lunchen.

H: Laten we afspreken in het café beneden.

D: Goed plan. Ik kijk ernaar uit.

H: Ik ook. Neem je iets mee of zullen we daar iets halen?

D: We halen daar wel iets.

Can I have your number?

H: Hi, I'm Helena. What's your name?

D: Hi, I'm Daan. Nice to meet you.

H: You too! Do you work in this building?

D: Yes, I work on the fourth floor. And you?

H: Me too! That's funny. Maybe we can have lunch together sometime.

D: Good idea. Shall we exchange phone numbers?

H: Yes, that's useful. My number is 06-12345678.

D: Let me see… 06-12345678. Do you also need my number?

H: Yes, please.

D: My number is 06-87654321.

H: Great, I'll send you a message later.

D: Nice. Then we'll plan something for next week.

H: Sounds good. I have to get back to work now. Talk to you soon!

D: Yes, see you soon!

D: This is Daan.

H: Hi Daan, this is Heléna.

D: Hi Heléna, how nice of you to call!

H: Do you have a break around twelve tomorrow?

D: Yes, usually. Then we can have lunch then.

H: Let's meet in the café downstairs.

D: Good idea. I'm looking forward to it.

H: Me too. Are you bringing something or shall we get something there?

D: We'll get something there.

Phrases

What's your name?
Wat is jouw naam?

I am Helena.
Ik ben Helena.

Nice to meet you.
Leuk je te ontmoeten.

Do you work here?
Werk je hier?

I work on the fourth floor.
Ik werk op de vierde verdieping.

Maybe we can have lunch together.
Misschien kunnen we samen lunchen.

Shall we exchange phone numbers?
Zullen we telefoonnummers uitwisselen?

My number is 06-12345678.
Mijn nummer is 06-12345678.

Do you also need my number?
Heb je mijn nummer ook nodig?

I'll send you a message later.
Ik stuur je straks een berichtje.

Then we'll plan something for next week.
Dan spreken we iets af voor volgende week.

I have to get back to work.
Ik moet weer aan het werk.

Talk to you soon!
Spreek je snel!

See you soon!
Tot snel!

Are you free tomorrow during lunch?
Ben je morgen vrij tijdens de lunch?

We could meet at the café downstairs.
We kunnen afspreken in het café beneden.

I usually take my break around twelve.
Ik neem meestal pauze rond twaalf uur.

Sounds good, I'll be there.
Klinkt goed, ik ben er.

Do you have a break around twelve tomorrow?
Heb je morgen pauze rond twaalf uur?

Yes, usually. Then we can have lunch then.
Ja, meestal wel. Dan kunnen we dan lunchen.

Let's meet in the café downstairs.
Laten we afspreken in het café beneden.

Really great idea. I'm looking forward to it.
Echt een goed plan. Ik kijk ernaar uit.

Me too. Are you bringing something or shall we get something there?
Ik ook. Neem je iets mee of zullen we daar iets halen?

We'll get something there.
We halen daar wel iets.

Do you want me to bring something?
Wil je dat ik iets meeneem?

Just bring yourself!
Breng alleen jezelf mee!

I'm looking forward to it.
Ik kijk ernaar uit.

Me too, see you tomorrow!
Ik ook, tot morgen!