11.7

LESSON 11.7 - SENSES AND COLOURS

Zintuigen en kleuren

O: Wat hoor jij op dit moment?
K: Ik hoor vogels buiten. En jij?
O: Ik hoor de klok tikken. En ik ruik koffie.
K: Oh ja, die geur is heerlijk.
O: Ja, versgemalen koffie ruikt altijd goed.
K: Wat zie jij als je uit het raam kijkt?
O: Een blauwe lucht en groene bomen.
K: Mooie kleuren. Wat voel je nu?
O: Mijn warme trui. Die is lekker zacht.
K: Ik voel de kou van mijn handen.
O: Tijd voor handschoenen!
K: Wat proef je het liefst?
O: Chocolade. En jij?
K: Ik hou van pittig eten.
O: Dat brandt op je tong!
K: Maar ik vind dat juist lekker.
O: Wat is jouw lievelingskleur?
K: Groen. En die van jou?
O: Geel. Zo vrolijk en warm.
K: Geuren en kleuren zijn echt belangrijk.
O: Ja, ze geven sfeer en gevoel.
K: Welke kleur past bij rust?
O: Blauw of zachtgroen, denk ik.
K: En bij energie?
O: Oranje of rood misschien.
K: Ik draag vaak grijze kleren.
O: Ik juist veel kleur.
K: Wat hoor je als je in het bos bent?
O: Vogels, wind en soms een tak die kraakt.
K: En aan zee?
O: Golven, wind en meeuwen.
K: Dat geluid vind ik rustgevend.
O: Ja, geluiden kunnen je stemming beïnvloeden.
K: Net als geuren.
O: Inderdaad. De geur van regen op warme grond…
K: Die herken ik meteen!
O: Alles voelt intenser als je let op je zintuigen.
K: Dat is echt waar.

Phrases

What do you hear right now?
Wat hoor jij op dit moment?

I hear birds outside.
Ik hoor vogels buiten.

I hear the clock ticking.
Ik hoor de klok tikken.

I smell coffee.
Ik ruik koffie.

Fresh coffee smells so good.
Versgemalen koffie ruikt altijd goed.

I see a blue sky and green trees.
Ik zie een blauwe lucht en groene bomen.

What do you feel right now?
Wat voel je nu?

I feel my warm sweater.
Ik voel mijn warme trui.

It is very soft.
Die is lekker zacht.

My hands are cold.
Mijn handen zijn koud.

Time for gloves!
Tijd voor handschoenen!

What do you like to taste?
Wat proef je het liefst?

I love chocolate.
Ik hou van chocolade.

I like spicy food.
Ik hou van pittig eten.

It burns on your tongue!
Dat brandt op je tong!

What is your favourite colour?
Wat is jouw lievelingskleur?

My favourite colour is green.
Mijn lievelingskleur is groen.

Yellow is cheerful and warm.
Geel is vrolijk en warm.

Colours and smells are important.
Kleuren en geuren zijn belangrijk.

They create atmosphere.
Ze geven sfeer.

Which colour is calming?
Welke kleur is rustgevend?

Blue or light green.
Blauw of lichtgroen.

Which colour gives energy?
Welke kleur geeft energie?

Orange or red.
Oranje of rood.

I often wear grey.
Ik draag vaak grijs.

I wear a lot of colours.
Ik draag veel kleur.

What do you hear in the forest?
Wat hoor je in het bos?

Birds, wind and cracking branches.
Vogels, wind en krakende takken.

And by the sea?
En aan zee?

Waves, wind and seagulls.
Golven, wind en meeuwen.

That sound is calming.
Dat geluid is rustgevend.

Sounds influence your mood.
Geluiden beïnvloeden je stemming.

Just like smells.
Net als geuren.

The smell of rain on warm ground.
De geur van regen op warme grond.

I recognize that immediately.
Die herken ik meteen.

Everything feels more intense whenyou focus.
Alles voelt intenser als je let op je zintuigen.