11.6
LESSON 11.6 - WHERE DO YOU LIKE TO GO ON HOLIDAY?
Waar ga jij graag op vakantie?
S: Waar ga jij graag op vakantie?
F: Ik hou van de bergen. Lekker wandelen en frisse lucht.
S: Ik ben meer een strandmens. Zon, zee, en niks doen.
F: Ga je dan naar Spanje of Italië?
S: Vaak wel. Of naar Griekenland. En jij?
F: Oostenrijk of Zwitserland. In de zomer én winter.
S: Ski je ook?
F: Ja, en ik hou van de sneeuw.
S: Ik hou juist van warmte.
F: Ben je weleens buiten Europa geweest?
S: Ja, naar Thailand. Dat was geweldig.
F: Wat vond je daar zo leuk?
S: Het eten, de mensen, en de cultuur.
F: Ik wil ooit nog naar Japan.
S: Oh, dat lijkt me ook fantastisch.
F: Ga je liever met de auto of het vliegtuig?
S: Met het vliegtuig. Dan ben je er sneller.
F: Ik rijd liever. Dan kan je stoppen waar je wilt.
S: Kampeer jij weleens?
F: Niet meer. Vroeger wel, met mijn ouders.
S: Ik hou juist van kamperen!
F: Echt? Ik wil liever een hotel met ontbijt.
S: Mijn droom is een camperbusje.
F: Dat klinkt heerlijk vrij.
S: Vakantie is voor mij rust en vrijheid.
F: Voor mij ook. Even niks moeten.
S: Wat neem je altijd mee op vakantie?
F: Een boek, zonnebrandcrème en m'n camera.
S: Ik neem altijd m'n zwemspullen mee.
F: En waar ga je dit jaar heen?
S: Naar Portugal. En jij?
F: Wij blijven in Nederland dit jaar.
S: Dat kan ook heel fijn zijn.
F: Zeker. Vooral de Waddeneilanden.
S: Vakantie in eigen land is ook bijzonder.
F: Precies. Als je maar geniet.
Phrases
Where do you like to go on
holiday?
Waar ga jij graag op vakantie?
I love the mountains.
Ik hou van de bergen.
Fresh air and hiking.
Frisse lucht en wandelen.
I prefer the beach.
Ik ben meer een strandmens.
Sun, sea, and doing nothing.
Zon, zee en niks doen.
Do you go to Spain?
Ga je naar Spanje?
I often go to Italy or
Greece.
Ik ga vaak naar Italië of Griekenland.
I love Austria and
Switzerland.
Ik hou van Oostenrijk en Zwitserland.
In summer and winter.
In de zomer én winter.
Do you ski?
Ski je ook?
I love the snow.
Ik hou van de sneeuw.
I like warm weather.
Ik hou van warmte.
Have you been outside Europe?
Ben je weleens buiten Europa geweest?
I went to Thailand.
Ik ben naar Thailand geweest.
The food and culture were
amazing.
Het eten en de cultuur waren geweldig.
I want to visit Japan.
Ik wil naar Japan.
Do you travel by plane or
car?
Ga je met het vliegtuig of de auto?
I prefer flying.
Ik ga liever met het vliegtuig.
You get there faster.
Dan ben je er sneller.
I like to drive and stop
where I want.
Ik rijd graag en stop waar ik wil.
Do you go camping?
Kampeer jij weleens?
Not anymore, only as a child.
Niet meer, alleen als kind.
I love camping!
Ik hou van kamperen!
I prefer a hotel with
breakfast.
Ik wil liever een hotel met ontbijt.
Holiday means rest and
freedom.
Vakantie is rust en vrijheid.
What do you always bring?
Wat neem je altijd mee?
A book, sunscreen and camera.
Een boek, zonnebrandcrème en een camera.
I always pack my swimwear.
Ik neem altijd mijn zwemspullen mee.
Where are you going this
year?
Waar ga je dit jaar heen?
We're staying in the
Netherlands.
Wij blijven in Nederland.
The Wadden Islands are
beautiful.
De Waddeneilanden zijn prachtig.
Holiday in your own country
can be great.
Vakantie in eigen land kan heel fijn zijn.
As long as you enjoy it.
Als je maar geniet.