10.3

LESSON 10.3 - RUNNING TOGETHER

Samen hardlopen

Z: Zullen we morgenochtend samen gaan hardlopen?
V: Goed idee! Hoe laat wil je afspreken?
Z: Rond acht uur? Dan is het nog niet zo warm.
V: Prima. Waar spreken we af?
Z: Bij het begin van het park. Daar is het rustig.
V: Hoe lang wil je lopen?
Z: Misschien vijf kilometer. Dat is wel genoeg voor mij.
V: Ja, dat is een mooie afstand. Rustig tempo?
Z: Zeker, ik wil het vooral volhouden.
V: Neem je je sporthorloge mee?
Z: Ja, dan kan ik mijn tijd en hartslag bijhouden.
V: Ik neem een flesje water mee voor na het lopen.
Z: Goed plan. En vergeet niet te rekken voor en na!
V: Klopt, ik heb vorige keer spierpijn gekregen.
Z: Ik ook! Vooral in mijn kuiten.
V: Heb je goede hardloopschoenen?
Z: Ja, net nieuwe gekocht. Ze zitten heerlijk.

V: Wat heb je met de oude gedaan?

Z: Die heb ik afgegeven bij de kringloopwinkel.

V: Dan krijgen ze vast een goede tweede kans.

Z: Dat denk ik ook. Ze waren namelijk nog lang niet versleten.

V: Ik kijk uit naar morgen!

Z: Ik ook!
V: Mooi zo. Dan zie ik je morgenochtend om acht uur.
Z: Tot dan! Zin in!

Phrases

Shall we go for a run tomorrow morning?
Zullen we morgenochtend gaan hardlopen?

What time shall we meet?
Hoe laat zullen we afspreken?

At eight o'clock?
Om acht uur?

It's not so warm then.
Dan is het nog niet zo warm.

Where do we meet?
Waar spreken we af?

At the beginning of the park.
Bij het begin van het park.

How far do you want to run?
Hoe ver wil je lopen?

Five kilometers is enough.
Vijf kilometer is genoeg.

Let's run at an easy pace.
Laten we in een rustig tempo lopen.

I want to keep going.
Ik wil het volhouden.

I'm bringing my sports watch.
Ik neem mijn sporthorloge mee.

I'll track my time and heart rate.
Ik houd mijn tijd en hartslag bij.

I'll bring a bottle of water.
Vergeet niet te rekken.

I had sore muscles last time.
Ik had vorige keer spierpijn.

Especially in my calves.
Vooral in mijn kuiten.

Do you have good running shoes?
Heb je goede hardloopschoenen?

I just bought new ones.
Ik heb net nieuwe gekocht.

They are very comfortable.
Ze zitten heerlijk.

What did you do with the old ones?
Wat heb je met de oude gedaan?

I dropped them off at the second-hand store.
Die heb ik afgegeven bij de kringloopwinkel.

They'll probably get a good second life.
Dan krijgen ze vast een goede tweede kans.

I think so too. They weren't worn out at all.
Dat denk ik ook. Ze waren namelijk nog lang niet versleten.

See you tomorrow at eight.
Tot morgen om acht uur.

I'm looking forward to it.
Ik heb er zin in.

I prefer running in the morning.
Ik loop liever 's ochtends hard.

The park is quiet in the morning.
Het park is rustig in de ochtend.

Shall we run together more often?
Zullen we vaker samen lopen?

It's more fun with someone else.
Het is leuker met iemand erbij.

We can motivate each other.
We kunnen elkaar motiveren.

Let's make it a weekly habit.
Laten we er een wekelijkse gewoonte van maken.

I feel better after running.
Ik voel me beter na het hardlopen.

I hope the weather is good.
Ik hoop dat het weer goed is.

Let's go, even if it rains.
Laten we gaan, ook als het regent.

I'll wear my running jacket.
Ik trek mijn hardloopjack aan.

I need to charge my watch first.
Ik moet eerst mijn horloge opladen.

Let's take a different route today.
Laten we vandaag een andere route nemen.

There are lots of flowers in the park now.
Er staan nu veel bloemen in het park.

Let's do some stretching after the run.
Laten we na het lopen even rekken.

My legs feel heavy today.
Mijn benen voelen vandaag zwaar.