1.7

17-07-2025

LESSON 1.7 - WEEKEND PLANS

Weekendplannen

P: Heb jij plannen voor dit weekend, Vincent?

V: Zaterdag ga ik met wat vrienden voetballen en zondag wil ik een dagje naar het strand met mijn gezin. Wat ga jij dit weekend doen?

P: Dat klinkt leuk! Ik heb een drukke week achter de rug, dus ik denk dat ik gewoon ga ontspannen. Ik kan bijna niet geloven dat het alweer augustus is.

V: Ja, de tijd vliegt. Voor je het weet, is het september en beginnen de scholen weer.

P: Inderdaad. Ik herinner me nog dat januari zo langzaam leek te gaan. Nu zijn we al over de helft van het jaar.

V: Precies! De dagen van de week lijken soms zo snel voorbij te gaan. Maandag en dinsdag vind ik altijd lang duren, maar de woensdag en donderdag gaan voor mijn gevoel heel snel voorbij. Voordat je het weet, is het alweer vrijdag.

P: De zomer gaat ook zo snel voorbij. Ik probeer daarom altijd iets leuks te plannen in de herfst.

V: Heb je voor deze herfst al iets gepland?

P: In oktober ga ik een weekje naar Spanje en in november een weekendje naar Italië.

Weekend plans

P: Do you have any plans for this weekend, Vincent?

V: Saturday I'm going to play football with some friends and Sunday I want to go to the beach with my family. What are you going to do this weekend?

P: That sounds like fun! I've had a busy week, so I think I'm just going to relax. I can hardly believe it's August already.

V: Yes, time flies. Before you know it, it's September and schools are starting again.

P: That's right. I remember when January seemed to go so slowly. Now we're already halfway through the year.

V: Exactly! The days of the week sometimes seem to go by so quickly. I always think Mondays and Tuesdays are long, but I feel like Wednesday and Thursday go by very quickly. Before you know it, it's already Friday.

P: Summer goes by so fast too. That's why I always try to plan something fun in the fall.

V: Do you have anything planned for this fall?

P: In October I'm going to Spain for a week and in November I'm going to Italy for a weekend.

Phrases

Do you have plans for this weekend?
Heb jij plannen voor dit weekend?

Saturday I'm going to play football with some friends.
Zaterdag ga ik met wat vrienden voetballen.

Sunday I want to go to the beach with my family.
Zondag wil ik een dagje naar het strand met mijn gezin.

What are you going to do this weekend?
Wat ga jij dit weekend doen?

That sounds like fun!
Dat klinkt leuk!

I've had a busy week.
Ik heb een drukke week achter de rug.

I think I'm just going to relax.
Ik denk dat ik gewoon ga ontspannen.

I can hardly believe it's August already.
Ik kan bijna niet geloven dat het alweer augustus is.

Yes, time flies.
Ja, de tijd vliegt.

Before you know it, it's September and schools are starting again.
Voor je het weet, is het september en beginnen de scholen weer.

Indeed.
Inderdaad.

We're already halfway through the year.
We zijn al over de helft van het jaar.

The days of the week sometimes seem to go by so quickly.
De dagen van de week lijken soms zo snel voorbij te gaan.

Monday and Tuesday are always long for me.
Maandag en dinsdag vind ik altijd lang duren.

Wednesday and Thursday go by very quickly for me.
De woensdag en donderdag gaan voor mijn gevoel heel snel voorbij.

Before you know it, it's already Friday.
Voordat je het weet, is het alweer vrijdag.

Summer goes by so fast too.
De zomer gaat ook zo snel voorbij.

I always try to plan something fun in the fall.
Ik probeer altijd iets leuks te plannen in de herfst.

Do you already have something planned for this fall?
Heb je voor deze herfst al iets gepland?

In October I'm going to Spain for a week.
In oktober ga ik een weekje naar Spanje.

In November I'm going to Italy for a weekend.
In november ga ik een weekendje naar Italië.

© 2019 YourDutchCoach | Alle rechten voorbehouden.
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website.